PLG-Teams

Een professionele leergemeenschap (PLG) bestaat uit een groep van 6-12 docenten. Deze groep docenten heeft vaak veel meer kennis en ervaring dan ze zelf denken. In een PLG-Team gaan we er van uit dat 80% van de benodigde kennis over een onderwerp aanwezig is bij de deelnemers, of het nu gaat over pesten, digitale didactiek of inductie van nieuwe docenten. De overige 20% kunnen we gericht van buiten halen. Om van elkaar te kunnen leren is het belangrijk om een heldere en vaste structuur te hanteren, dat geeft ritme en maakt het uitwisselen efficiƫnt en effectief. Je hoeft niet meer continu na te denken over het proces, maar kan je volledig richten op de inhoud.

Wij willen daarnaast dat bijeenkomsten leiden tot zichtbare resultaten, die je kan delen met anderen en die direct inzetbaar zijn. We kwamen tot het inzicht dat we PLG’s enorm zouden helpen als we een eenvoudige en praktische aanpak zouden ontwikkelen die het mogelijk maakt om elk relevant onderwerp aan te pakken. Dit zijn de PLG-Teams geworden (voorheen ECM-methode), met vijf overzichtelijke stappen: Stand-up, Exploreren, Condenseren, Maken en Retrospective. Deze stappen doorlopen we tijdens iedere PLG-bijeenkomst volgens vast ritme. Voor elke stap zetten we handige werkvormen in. De deelnemers bepalen zelf met elkaar welke onderwerp het meest relevant is om te behandelen tijdens een bijeenkomst.

1. Stand-up

Elke PLG-Team bijeenkomst start met een maximaal 15 minuten durende Stand-up. De deelnemers staan rond het bord met activiteiten (DOE-Bord) en vertellen wat ze hebben gedaan en welke hindernissen ze eventueel onderweg zijn tegengekomen.

2. Exploreren

In de exploratiefase verkennen de deelnemers met elkaar welke kennis aanwezig is in de groep. Wat weten we al over het onderwerp, welke ervaringen hebben we er mee? De werkvormen stimuleren dat mensen naar elkaar luisteren en elkaar aanvullen.

3. Condenseren

Bij het condenseren worden de belangrijkste elementen uit de exploratiefase benoemd en verdiept. Wat kunnen we concluderen uit de kennis en ervaring genoemd tijdens de exploratiefase? Wat is belangrijk? Welke conclusies kunnen we trekken?

4. Maken

Tijdens deze stap verwerken we opgedane inzichten tot zichtbare resultaten. Resultaten die direct kunnen worden ingezet of die we gebruiken om anderen te betrekken bij het onderwerp. Denk bijvoorbeeld aan een lesplan, praatplaat of blog.

5. Retrospective

Bij de retrospectieve kijkt het team kort terug op de bijeenkomst. Wat ging er goed, wat ging minder goed en wat kan/moet beter? Daarbij gaat het meestal zowel over de inhoud als de samenwerking. Belangrijke verbeterpunten worden direct in acties omgezet.

In ons boek is de methode verder uitgewerkt.